Het niet toepassen van een CAO of het toepassen van een onjuiste CAO kan voor werkgevers tot grote financiële en juridische consequenties leiden. Werkgevers doen er goed aan hun arbeidsovereenkomsten tegen het licht te houden en te toetsen of de arbeidsverhouding met hun werknemers onder het bereik valt van een CAO.
Collectieve Arbeidsovereenkomst
In een CAO zijn afspraken opgenomen over beloning en arbeidsvoorwaarden, zoals salaris, proeftijd, werktijden, vakantiedagen, opzegtermijnen en pensioenregelingen. Een CAO wordt gesloten door één of meer werkgevers, één of meer werkgeversorganisaties of één of meer werknemersorganisaties (meestal vakbonden).
In enkele gevallen is de toepassing van een CAO verplicht:
- De werkgever heeft zelf een CAO gesloten (ondernemings-CAO);
- De werkgever is lid van een werkgeversorganisatie die een CAO heeft gesloten (bedrijfstak-CAO);
- Er is in de branche een bedrijfstak-CAO die algemeen verbindend verklaard (AVV) is. De CAO geldt dan automatisch voor alle werkgevers in die specifieke bedrijfstak die onder de werkingssfeer vallen.
Regels ten aanzien van bovengenoemde afspraken kunnen per CAO verschillen. Het naleven hiervan kan dus ook op financieel gebied verschillen. Te denken valt daarbij aan uiteenlopende salarisschalen, vergoeding voor overwerk en aantal vakantiedagen. In voorkomend geval kan een nabetaling aangevuld met wettelijke rente behoorlijk oplopen.
Bedrijfstakpensioenfonds
Een CAO regelt vaak een pensioenvoorziening voor werknemers, waardoor een werkgever is gebonden aan een bedrijfstakpensioenfonds. In een bedrijfstakpensioenfonds (Bpf) zijn werkgevers uit één bepaalde bedrijfstak verenigd. Deelname is vaak verplicht. Bijvoorbeeld voor werkgevers in de bouw of afwerking. Dat geldt ook als u zzp’er of freelancer bent. Afspraken over pensioenen staan vermeld in de CAO of er is een verplichtstellingsbesluit van het ministerie SZW.
In het geval dat een werkgever een andere CAO hanteert dan het zou moeten hanteren, kan het dus zijn dat pensioenpremies aan het onjuiste Bpf afgedragen worden en alsnog premies verschuldigd zijn aan het juiste Bpf. Een Bpf is niet zomaar verplicht de afgedragen premies terug te betalen.
Aandachtspunt is verder dat indien (de onderneming van) werkgever in de loop der tijd verandert van bedrijfsactiviteit, bijvoorbeeld door uitbreiding of een overname, werkgever mogelijk onder de werkingssfeer van een andere CAO valt. Dan zal eveneens de aansluiting bij het pensioenfonds onderzocht moeten worden. In dit verband kan de ondernemingsraad (OR) ook een rol opeisen vanwege het instemmingsrecht die een OR heeft bij wijziging van pensioenregeling.
Wat betekent dit voor u als werkgever?
Het is niet altijd even duidelijk of een bedrijf wel of niet onder de werkingssfeer van een CAO valt. Het hanteren van een onjuiste CAO of aangesloten zijn bij een ander pensioenfonds dan voorgeschreven is, kan met terugwerkende kracht zorgen voor aanzienlijke claims. Loonvorderingen van werknemers kunnen in beginsel tot vijf jaar terug gaan. Bedrijfstakpensioenfondsen kunnen zelfs tot twintig jaar terug een naheffing opleggen voor gemiste pensioenpremies en rendementen. Daarnaast kunnen er grote juridische gevolgen zijn vanwege een onjuiste toepassing van CAO en Bpf omdat er sprake kan zijn van bestuurdersaansprakelijkheid voor niet afgedragen pensioenpremies en CAO toeslagen.
Indien u wilt weten of uw (gewijzigde) bedrijfsactiviteiten onder de werkingssfeer van een CAO vallen, of heeft u vragen over een correcte toepassing van een CAO, neem dan vrijblijvend contact op via e-mail info@vanheuradvocatuur.nl of het contactformulier op deze website.
Ga terug